De kunst van het
beeldhouwen is zeven maal groter dan elke andere twee dimensionale kunstvorm,
want een ruimtelijk beeld heeft acht aanzichten die allen evengoed moeten zijn.
Jaren geleden zat ik bij een bronsgieter aan tafel tijdens
een pauze in de werkzaamheden. Ik
herinner me daarvan onder andere de patine van theïne aanslag in het lang niet afgewaste
theekopje, maar ook de gesprekken over kunst. Bij het lezen van een
kunstenaarsautobiografie is het ook alsof je bij de kunstenaar aan tafel zit. Het
boek : “Het leven van Benvenuto Cellini 1500-1571 door hem zelf verteld “
uitgave Querido, 1982 leest alsof de
kunstenaar met jou aan tafel zit. Het is al lang geleden dat ik dit boek las, maar
ik koppel het nog steeds aan een uitspraak van Cellini [1] die ik hierboven citeerde. En om de kwestie aan te scherpen
is deze ook nog aardig([2]),
waarin hij ingaat op het verschil tussen vlakke en ruimtelijke werken.
Als beeldhouwer streef ik naar een ruimtelijke werking, die
de toeschouwer rondleidt om het beeld,
rond de verschillende aanzichten waar Cellini op doelt. Natuurlijk gaat dit
niet voor al het werk op, in het reliëfwerk blijf je toch steken in een
overgangsgebied tussen vlak en ruimte.
De uitspraken van Cellini maken deel uit van een heftig
dispuut waarin kunstenaars hun discipline als de beste willen aanmerken. Het is
de vergelijking van de kunsten, en dit
staat in de kunstgeschiedenis bekend als de paragone. Het voert te ver om het
begrip paragone diepgaand uit te leggen, daarvoor is het te complex in dit
kader, maar in essentie gaat het over de rivaliteit die renaissance kunstenaars
hadden in hun streven om de beste kunstenaar te zijn.
Een schilder is een meneer, een beeldhouwer een werkman, een
schilder werkt in zijn pak achter een ezel, een beeldhouwer hapt stof en zijn
kleren zijn snel aan vervanging toe, om maar eens iets van het strijdgewoel
weer te geven. Niet alleen schilderen en
beeldhouwen, maar ook andere kunstvormen
waren in deze ruzies betrokken. Vermoedelijke bron is een publicatie van
Leonardo da Vinci die een verhandeling 'De Paragone’ over
schilderkunst schreef, en daarmee de rivaliteit tussen hem en Michelangelo
flink aanwakkerde. Hij stelt dat schilderkunst, die hij onderbrengt bij de
Artes Liberales (de zeven vrije kunsten, hierover in een latere blog meer), aan
de top van de hiërarchie staat, veel hoger dan beeldhouwkunst, dichtkunst of
muziek. Wat wel een tour de force is, want musica stond al eeuwen in de artes
liberales. Leonardo voert aan dat schilderkunst gebaseerd is op mathematische
uitgangspunten, iets wat niet verwonderlijk is in de tijd dat het perspectief
ontdekt werd.
Ik voel dat helemaal niet , zo’n wedijver tussen schilderkunst en beeldhouwkunst. Het heeft te maken met de affiniteit die je voelt voor een medium om je idee en gevoel over te brengen, en voor mij is dat nu eenmaal bij uitstek via driedimensionale objecten. En wat die acht aanzichten betreft, het kunnen er net zo goed tien zijn, of dertig. Het is maar hoe je het bekijkt. Met de videocamera heb je geen aanzichten meer maar een ronddraai, en dan ook nog een zoomknop voor de details.
Dico, che l'arte
della Scultura infra tutte l'arte, che s'interviene disegno, è maggiore sette
volte, perchè una statua di Scultura deve avere otto vedute, e conviene che la
sieno tutte di egual bontà.
I assert that the art of sculpture, among all the arts connected with
design, is at least seven times greater than any other, for the following
reason: why, sir, a statue of true sculpture ought to have seven points of
view, which ought all to boast equal excellence. (Opmerking: Hoe kun je nu otto
vedute vertalen als zeven aanzichten-wk?)
Letter to Benedetto Varchi, January 28, 1546, cited from G. P.
Carpani (ed.) Vita di Benvenuto Cellini (Milano: Nicolo
Bettoni, 1821) vol. 3, p. 183; translation from Thomas Nugent (trans.) The
Life of Benvenuto Cellini, a Florentine Artist (London: Hunt and
Clarke, 1828) vol. 2, p. 264.
[2] La Pittura
non è altro, che o albero or any other
object, reflected in the water. The distinction between sculpture and painting,
is as great as between the shadow and the substance.