maandag 24 maart 2014

Drie gratiën

Bijschrift toevoegen



Het onderwerp “Drie gratiën” heeft, behalve de inhoudelijke betekenissen die eraan worden toegekend, ook een visuele reden: het tonen van vrouwelijk naakt. In de paragonestrijd [1] zou dit een mooi item geweest kunnen zijn, want wat toont beter: een platte afbeelding of een ruimtelijke afbeelding van een vrouw?


Dit veelvuldig afgebeelde onderwerp, afkomstig uit de Griekse mythologie laat drie dochters van oppergod Zeus zien, namelijk Euphrosyne, Aglaea en Thalia, die respectievelijk elegantie, schoonheid, en vreugde vertegenwoordigen. Maar waar gaat het werkelijk om bij dit onderwerp? Als je Gombrich
[2] erop na slaat, lees je dat hij een aantal mogelijke verklaringen van het onderwerp behandelt, leidend daarbij is het uitgangspunt dat deze drie de gezellinnen zijn van de godin Venus, en dat zij de ideale schoonheid verbeelden, respectievelijk: jeugdigheid, blijdschap en pracht. Ook andere betekenissen zijn beschreven, zoals, verleiding, schoonheid, vrijgevigheid, natuur, menselijke scheppingsdrang en vruchtbaarheid.


Het is een prachtig idee, om op een plat vlak de suggestie neer te zetten van drie houdingen van een vrouw.  In de kunstgeschiedenis zijn vele uitwerkingen van dit onderwerp te vinden. Mijn eerste kennismaking met dit onderwerp was het schilderij van Botticelli [3], de “Prima Vera”, uit 1482. Ik zag  dit in het Uffizi museum in Florence.  Botticelli is sterk beïnvloed door de neo-platonische denkbeelden in de 15e eeuw, en zijn werk is dan ook méér dan visueel spektakel, het vraagt om beschouwing van inhoudelijk betekenissen. 








Een halve eeuw later schildert Lucas Cranach de Oude zijn versie. Zijn werk is typerend voor het breukvlak tussen kunst van de laat-gotiek en Renaissance. In dit schilderij is de invloed van zijn hofschilderkunst goed te zien aan de elegante houdingen en stofuitdrukking. Over een van zijn leerlngen wil ik nog eens een blog schrijven.





Op ruimtelijk gebied is dit voorbeeld uit de romeinse oudheid [4], en wat opvalt is de vreemde steun tussen de vrouwen, kon dit niet anders? Ja en nee, dit is een kopie naar een Grieks beeld dat oorspronkelijke van brons was. Omdat het brons nodig was voor het maken van wapens werd er een kopie in marmer gemaakt voordat het brons gesmolten werd, vandaar. 





Dit beeld links [5]  is oorspronkelijk klassiek Grieks.


De compositie was zeker geliefd, in het Vaticaan staat een vergelijkbaar object [6].















Van veel later datum is dit beeldje uit de fabrieken van Meissen porselein [7], ik vind het interessant omdat hier met kleur wordt gewerkt. Het is bekend dat de klassieke Griekse kunst niet wit was maar juist kleurrijk, al was de kleurtoepassing toen wel wat anders dan hier getoond. 

.




Steeds gaat het bij deze beelden om drie houdingen van het lichaam, maar omdat het ruimtelijk is kan de beschouwer vanuit veel invalshoeken naar het beeld kijken.




Canova [8], die deze sensuele en vol ruimtelijke uitvoering maakte was nog van mening dat klassieke kunst synoniem was met wit marmer.
Om het ruimtelijke effect nog groter te maken was dit beeld op een draaiplateau gezet.




En waarom nu deze blog?

Ik denk erover om zelf een versie te maken van de drie gratiën, ik laat wel weten wanneer het "af" is.



woensdag 5 maart 2014

Een moment voor een monument………….



Twee tijden, twee kunstenaars, twee oorlogen. De ene kunstenaar laat een groep van zes mannen in een bevroren dynamische actie zien, de andere kunstenaar zet zijn zes figuren statisch neer op een gezamenlijk voetstuk. Wat beide beeldgroepen bindt is het onderwerp: oorlog. Hoe geven respectievelijk Kienholz en Rodin hun visie weer?





Kienholz (1927-1994) verbeeldt in zijn werk Portable War Memorial (1968) een tafereel uit de Vietnamoorlog.



 Zijn bron is een foto gemaakt door Joe Rosenthal[1]in 1945. Deze foto was al eerder gebruikt om het oorlogsmonument op de militaire begraafplaats in Arlington (VS) te maken. Het verhaal achter de foto is boeiend en de moeite waard om te lezen[2].
Kienholz levert door zijn beeldende aanpak - hij maakt dit terwijl Amerika vecht in Vietnam- commentaar op het voeren van oorlog. Zijn monument is een draagbaar monument, overal neer te zetten waar je maar wilt. Het absurde plaatsen van een oorlogshandeling in typisch Amerikaanse setting: de snackbar, doet afbreuk aan de heroïek van de handeling. Het leven kabbelt verder, we zien niet eens dat de militairen er zijn, we zitten aan de bar, eten een hotdog en luisteren naar muziek. De overbekende wervingsposter  I want you  aan de muur, is nog maar net zichtbaar achter de groep mannen.  Hoewel de namen bekend zijn van de zes militairen met de vlag, maakt hij deze soldaten anoniem, iedereen kan het zijn. Het bord waarop met krijt de namen van de slachtoffers en verdwenen landen kunnen worden genoteerd spreekt voor zich. Oorlog is hier ver weg en lijkt er niet toe te doen. De keuze voor het materiaal benadrukt de irrelevantie van het onderwerp, gewoon materiaal, niets dat de eeuwigheid kan doorstaan, hier dus geen brons voor de strijdersgroep.



Naar aanleiding van een andere gebeurtenis uit een ver verleden kreeg Rodin (1840-1917) de opdracht een groepsbeeld te maken. We kennen het als Les bourgeois de Calais, hij voltooide dit in 1889. Dit levensgrote groepsbeeld van brons moet een blijvende herinnering zijn aan een verhaal uit de kronieken van een middeleeuwse schrijver, Froissart die de honderdjarige oorlog beschreef tussen Engeland en Frankrijk in de 14e eeuw[3]. Hier zijn zes burgers neergezet, voorname mensen in eenvoudige kleren, op blote voeten en met een touw om hun nek, alsof het vee is dat naar de slachtbank gaat. Ze brengen de sleutel van de stad Calais naar de overwinnaar en bieden zich aan als offer om de stad zelf te sparen van uitmoorden[4].  Deze mannen, van wie ook de namen bekend zijn, tonen emoties die worden versterkt door gebaren met handen, hoofden die verbetenheid uitstralen, lichaamshoudingen die berusting uitbeelden. De figuren staan los van elkaar, ieder in een eigen, al verloren gewaande wereld.




 






Het verschil, zowel wat aspecten van vormgeven als van voorstelling betreft, tussen beide monumenten is groot. Bij Rodin sta je erbij, bij Kienholz gebeurt het zonder het te (willen) weten.Bij Kienholz is er de intrinsieke aanklacht tegen de oorlog als zinloosheid, bij Rodin is het de waardigheid van het individu die zich opoffert voor de gemeenschap. Kienholz reageert op een tijdgebeurtenis, Rodin op een voorval in een ver, door de historie gekleurd verleden. 
Het lijkt me trouwens heel interessant om je af te vragen of de kunstenaars in hun uitbeelding representant zijn van hun tijd. Ik denk dat dit zo is.  






[3] Het was even zoeken naar de brontekst, maar dit is een goede, neem eens een dag vrij en lees wat Froissart opschreef, teksten zijn ook in Engels te vinden, zoek maar. .
Bron: http://www.hrionline.ac.uk/onlinefroissart, klik links op search en vul in bij search for text  "tous deschaux, les hars ou col"
Folio 164 r: Aprés se leva en sur les piéz le plus riche bourgois de la ville que on appelloit sire Eustace de Saint Pierre et dist devant tous ainsi: "Seigneurs grans et petis, grant meschief seroit de laissier mourir un tel peuple qui cy est par famine ou autrement, quant on y puet trouver aucun moyen. Et si seroit grant aumosne et grant grace envers Nostre Seigneur qui de tel meschief les pourroit garder. Je, endroit moy, ay si grant esperance d’avoir grace et pardon envers Nostre Seigneur se je muir pour ce peuple sauver, que je vueil estre …Folio 114 v Aprés se leva en piés le plus riche bourgois  de la ville que on appelloit sire Eustace  de Saint Pierre, lequel dist devant tous : "Seigneurs grans et petiz, grant meschief seroit de laissier mourir un tel peuple qui cy est par famine ou autrement, quant on y puet trouver aucun moyen. Et seroit aumosne et grace envers Nostre Seigneur qui de tel meschief les pourroit garder. Je, endroit de moy, ay si grant esperance d’avoir grace et pardon envers Nostre Seigneur, se je muir pour ce peuple sauver, que je vueil estre le premier. […]..Monseigneur Gautier, vous diréz au capitaine de Calais que la plus grant grace qu’il pourroit trouver en moy, c’est qu’ilz se partent de la ville de Calais VI des plus notables bourgois en purs les chiefs et tous deschaux, les hars ou col, les clefs de la ville et duchastel en leurs mains et de ceulx, je feray ma voulenté, et le remenant je prendray a mercy."

zaterdag 1 maart 2014

Paragone

The art of sculpture is seven times larger than any other two dimensional form of art, because a spatial statue has eight views which all have to be equally good.




Years ago I was at a bronze foundry during the break. I remember the patina of the theine in the unwashed tea cups, but also the conversations about art. When reading an autobiography of an artist it is also like sitting at the artist’s table. The book “The life of Benvenuto Cellini 1500-1571 told by himself“ published by Querido, 1982 reads as if the artist is at your table with you. It has been a while since I read that book, but I still connect it to Cellini’s [1] statement I quoted above. And to sharpen the matter even more, this one is quite nice as well ([2]). Here he discusses the difference between flat and spatial works.

As a sculpture I aim for a spatial effect, leading the spectator around the statue, around the various views Cellini intents. Of course this does not applies to all works; with relief works you tend to get stuck in the grey area between flat and spatial.
Cellini’s statements are part of fierce disputes between artists that all want to acknowledge their discipline as the best one. It is the comparison of arts, which is known in art history as the paragone. I can elaborate on the notion paragone for a long time, but it will be to complex for this blog. The essence is the rivalry between renaissance artists to be the best artist.
A painter is a mister, a sculptor is a worker, a painter works in his outfit behind an easel, a  sculptor bites dust and his clothes wear out fast. This is just to picture the battlefield. Not just painting and sculpturing, but all forms of art were involved in these arguments. Suspected source is a publication by Leonardo da Vinci about 'The Paragone’ on painting, increasing the rivalry between him and Michelangelo. He states that painting – which he subsumes at the Artes Liberales (the seven free arts, I will write a blog about that) -  is at the top of the hierarchy. Way higher than sculpturing, poetry or music. Which is a bit of tour de force, because musica had been in the Artes Liberales for ages. Leonardo states that painting is based on mathematical starting points, which is quite logical for that time, when perspective was discovered…

I myself do not feel the competition between painting and sculpting. It has to do with the affinity you feel for the way you want to bring across your idea and feeling, and to me that is pre-eminently by means of three dimensional objects. 



And as for that eight views, it could as well be ten, or thirty. It is how you look at it. With a video camera you have no views but more of a 360 degree look, and a zoom button for details.









1 http://en.wikiquote.org/wiki/Benvenuto_Cellini
Dico, che l'arte della Scultura infra tutte l'arte, che s'interviene disegno, è maggiore sette volte, perchè una statua di Scultura deve avere otto vedute, e conviene che la sieno tutte di egual bontà.
I assert that the art of sculpture, among all the arts connected with design, is at least seven times greater than any other, for the following reason: why, sir, a statue of true sculpture ought to have seven points of view, which ought all to boast equal excellence. (Opmerking: Hoe kun je nu otto vedute vertalen als zeven aanzichten-wk?)
Letter to Benedetto VarchiJanuary 281546, cited from G. P. Carpani (ed.) Vita di Benvenuto Cellini (Milano: Nicolo Bettoni, 1821) vol. 3, p. 183; translation from Thomas Nugent (trans.) The Life of Benvenuto Cellini, a Florentine Artist (London: Hunt and Clarke, 1828) vol. 2, p. 264.
[2] La Pittura non è altro, che o albero o uomo o altra cosa, che si specchi in un fonte. La differenza, che è dalla Scultura alla Pittura è tanta, quanto è dalla ombra e la cosa, che fa l'ombra.
Painting, in fact, is nothing else much than a tree, a man, or any other object, reflected in the water. The distinction between sculpture and painting, is as great as between the shadow and the substance.

maandag 10 februari 2014

Paragone

 


 De kunst van het beeldhouwen is zeven maal groter dan elke andere twee dimensionale kunstvorm, want een ruimtelijk beeld heeft acht aanzichten die allen evengoed moeten zijn.

Jaren geleden zat ik bij een bronsgieter aan tafel tijdens een pauze in de werkzaamheden.  Ik herinner me daarvan onder andere de patine van theïne aanslag in het lang niet afgewaste theekopje, maar ook de gesprekken over kunst. Bij het lezen van een kunstenaarsautobiografie is het ook alsof je bij de kunstenaar aan tafel zit. Het boek : “Het leven van Benvenuto Cellini 1500-1571 door hem zelf verteld “ uitgave Querido, 1982  leest alsof de kunstenaar met jou aan tafel zit. Het is al lang geleden dat ik dit boek las, maar ik koppel het nog steeds aan een uitspraak van Cellini [1] die ik hierboven citeerde. En om de kwestie aan te scherpen is deze ook nog aardig([2]), waarin hij ingaat op het verschil tussen vlakke en ruimtelijke werken.
 
Als beeldhouwer streef ik naar een ruimtelijke werking, die de  toeschouwer rondleidt om het beeld, rond de verschillende aanzichten waar Cellini op doelt. Natuurlijk gaat dit niet voor al het werk op, in het reliëfwerk blijf je toch steken in een overgangsgebied tussen vlak en ruimte. 

De uitspraken van Cellini maken deel uit van een heftig dispuut waarin kunstenaars hun discipline als de beste willen aanmerken. Het is de vergelijking van de kunsten,  en dit staat in de kunstgeschiedenis bekend als de paragone. Het voert te ver om het begrip paragone diepgaand uit te leggen, daarvoor is het te complex in dit kader, maar in essentie gaat het over de rivaliteit die renaissance kunstenaars hadden in hun streven om de beste kunstenaar te zijn.

Een schilder is een meneer, een beeldhouwer een werkman, een schilder werkt in zijn pak achter een ezel, een beeldhouwer hapt stof en zijn kleren zijn snel aan vervanging toe, om maar eens iets van het strijdgewoel weer te geven.  Niet alleen schilderen en beeldhouwen, maar ook andere kunstvormen  waren in deze ruzies betrokken. Vermoedelijke bron is een publicatie van Leonardo da Vinci die een verhandeling 'De Paragone’ over schilderkunst schreef, en daarmee de rivaliteit tussen hem en Michelangelo flink aanwakkerde. Hij stelt dat schilderkunst, die hij onderbrengt bij de Artes Liberales (de zeven vrije kunsten, hierover in een latere blog meer), aan de top van de hiërarchie staat, veel hoger dan beeldhouwkunst, dichtkunst of muziek. Wat wel een tour de force is, want musica stond al eeuwen in de artes liberales. Leonardo voert aan dat schilderkunst gebaseerd is op mathematische uitgangspunten, iets wat niet verwonderlijk is in de tijd dat het perspectief ontdekt werd.


 Ik voel dat helemaal niet , zo’n wedijver tussen schilderkunst en beeldhouwkunst. Het heeft te maken met de affiniteit die je voelt voor een medium om je idee en gevoel over te brengen, en voor mij is dat nu eenmaal bij uitstek via driedimensionale objecten. En wat die acht aanzichten betreft, het kunnen er net zo goed tien zijn, of dertig. Het is maar hoe je het bekijkt. Met de videocamera heb je geen aanzichten meer maar een ronddraai, en dan ook nog een zoomknop voor de details.




1 http://en.wikiquote.org/wiki/Benvenuto_Cellini
Dico, che l'arte della Scultura infra tutte l'arte, che s'interviene disegno, è maggiore sette volte, perchè una statua di Scultura deve avere otto vedute, e conviene che la sieno tutte di egual bontà.
I assert that the art of sculpture, among all the arts connected with design, is at least seven times greater than any other, for the following reason: why, sir, a statue of true sculpture ought to have seven points of view, which ought all to boast equal excellence. (Opmerking: Hoe kun je nu otto vedute vertalen als zeven aanzichten-wk?)
Letter to Benedetto VarchiJanuary 281546, cited from G. P. Carpani (ed.) Vita di Benvenuto Cellini (Milano: Nicolo Bettoni, 1821) vol. 3, p. 183; translation from Thomas Nugent (trans.) The Life of Benvenuto Cellini, a Florentine Artist (London: Hunt and Clarke, 1828) vol. 2, p. 264.
[2] La Pittura non è altro, che o albero or any other object, reflected in the water. The distinction between sculpture and painting, is as great as between the shadow and the substance.

maandag 27 januari 2014

Again Come in........



Again Come in, but this time a little bit different
………the artist saw something, and you are left out.......


In Hungarian the extension –be/-ba means ‘to enter’ or ‘to go inside’. Megyek a boltba means: I enter the shop. I would like to discuss with you entering a piece of art. Because how do you look at an object? Looking at it is one thing, but seeing something? And you can also observe, look inside, as it were. When you learn how to look, you will see more and more, you get in-sight.

In secondary education art appreciation is part of the art classes. The students learn how to look at art, besides hands on creativity. It is a little bit too much to describe the entire subject content, but here are a few starting-points. The first thing you have to allow yourselve is time.


Take your time to look at an object for a long(er) time. A simple exercise:

Exercise 1
Try to describe a statue in such a manner that someone who has not seen it, can imagine what it lookes like
This exercise takes time, and forces you to stand stil at an object, and only by describing it you already see more. And while you are describing you are already judging it. You have an opinion. Do you think it is nice or not, well done, artistic? This is a first step towards regarding.


Exercise 2
Try to explain the statue, what is it about? Can you give it a title, do you see a subject? Use your own knowledge, your general development, and use your feelings.

Then it is time for the next step: regarding. In artistic terms this is called iconography. Curiosity and amazement are good grounds. Look at parts of the composition, like the form, the colour, the light, material, technique. But what about the presentation? What is it you see? Now it is all about looking for the meaning. For this you use source research: clarification by the artist, the gallery owner, art library, hall text, text in the cataloque, (art) historic text, art programmes on television, internet, the library. From the knowledge you gained by watching and research you come to an interpretation.

A nice pitfall when watching and interpreting a piece of art is that you ascribe a meaning to a statue while you only have little information, or too much knowing, understanding and time. I call that nice, because art history shows that interpretation varies in the course of time. So, feel free to believe in your own truth, and when you can, just enjoy looking and the experience.
I remember an experience I had in the Tate Modern in London [1]. I was looking for Rothko’s work and in the hall, sitting in the midst of the nine paintings, I was impressed by the peace and quiet I experienced. That experience, something that is called the aura of the art piece [2],  is unique for the time and place in which you see and experience the art. The peacefulness in that hall influenced the visitors; a young couple entering the hall laughing out loud was silent while taking two steps.

Every gallery should have a place to sit down and enjoy.

Now for the last exercise: try and look at this statue, and when you have the opportunity, come and see the gallery for yourself.





vrijdag 24 januari 2014

Hoe kom je binnen?


Opnieuw Kom binnen, maar nu anders.
………de kunstenaar zag iets, en jij hebt het nakijken.......



In het Hongaars betekent het achtervoegsel - be/-ba, naar binnen. Megyek a boltba betekent: ik ga de winkel in. Ik wil het dit keer hebben over binnenkomen in een kunstwerk, want hoe kijk je naar een object? Kijken is één, maar iets zien? Je kunt ook be-kijken, als het ware naar binnen kijken. Als je goed leert kijken ga je meer zien, je verwerft in-zicht.

In het voortgezet onderwijs maakt het vak kunstbeschouwing deel uit van de kunstvakken, waarin de leerlingen, naast het zelf beeldend zijn,  leren naar kunst te kijken.  Het voert te ver om hier de hele vakinhoud te behandelen, maar er zijn een paar uitganspunten die hier beschreven  kunnen worden. .
Het eerste wat je jezelf moet gunnen is tijd.

Neem de tijd om lang(er) naar een object  te kijken. Hier volgt daarvoor een eenvoudige oefening.
 Oefening 1       Probeer een beeld te beschrijven, en wel zo dat een ander die het niet ziet, zich kan voorstellen hoe het eruit ziet.
Door deze oefening, die tijd kost, dwing je jezelf om even stil te staan bij een object, en door dit beschrijven ga je al meer zien. Bij dit beschrijven ontstaat vanzelf al het eerste beoordelen. Je vindt er iets van. Vind jij het mooi of niet mooi, knap gedaan, kunstig dus? Dit is de opstap naar beschouwen.
Oefening 2        Probeer daarna het beeld te verklaren, waar gaat het over? Kun je een titel geven aan het werk, zie je een onderwerp? Gebruik hierbij  je eigen kennis, je algemene ontwikkeling, en sluit zeker je gevoel niet uit.

Dan komt de volgende stap waarin je gaat be-kijken. In kunstterminologie heet dit  iconografie. Nieuwsgierigheid en verwondering zijn hierbij goede drijfveren. Let daarbij op onderdelen van de vormgeving, zoals bijvoorbeeld vorm, kleur, licht, compositie, materiaal, techniek. Maar hoe zit dat met de voorstelling? Wat zie je eigenlijk, het gaat nu om het zoeken naar betekenis.  Hiervoor komt bronnenonderzoek in aanmerking, dat kan zijn: toelichting door kunstenaar, door galeriehouder, kunstuitleen, zaaltekst, catalogustekst, (kunst) historische tekst, kunstprogramma op tv, internet, bibliotheek. Vanuit de kennis die je hebt opgedaan uit kijken en onderzoek kom je tot interpretatie.

Een fraaie valkuil bij het bekijken en interpreteren van een kunstwerk is dat je vanuit te weinig gegevens, of teveel vanuit je eigen weten, begrip en tijd, een betekenis toekent aan een beeld. Ik noem dat fraai, omdat uit de kunstgeschiedenis blijkt dat de interpretatie nogal eens kan wisselen in de loop van de geschiedenis. Geloof dus gerust in je eigen waarheid, en als het lukt, geniet gewoon van het kijken en ervaren.

Ik herinner me een ervaring van jaren geleden  in het Tate Modern in Londen[1].  Ik ging op zoek naar het werk van Rothko, en daar in de zaal, zittend tussen de negen doeken was ik sterk onder de indruk van de rust die dit alles uitstraalde. Die ervaring, iets wat in de literatuur de aura van het kunstwerk[2] heet,  is uniek voor de tijd en ruimte waarin je het kunstwerk be-kijkt en ervaart. De  rust die in deze de ruimte aanwezig heerst, beïnvloedde de bezoekers; een jong stel dat luid lachend binnenkwam was binnen twee stappen stil.

In elke galerie zou eigenlijk een goede mogelijkheid moeten zijn om rustig te zitten en te “genieten”.

Nu de laatste oefening: probeer maar eens dit beeld te be-kijken, en als je dan in de gelegenheid bent, kijk dan eens in het echt in de galerie.